Het Kado

Ze hebben mij een verjaardagskado gegeven. Ik zou blij moeten zijn, maar ik ben het niet. Zeker, het is een boek waar ik veel plezier aan heb. Ik weet zeker dat ik van iedere bladzijde geniet. Ik weet het, want ik heb er in gebladerd. Het is een dik boek, wel duizend bladzijden. Het is zwaar. Het heeft prachtige en boeiende illustraties. Er is niets verkeerds mee. Het is goed gemaakt en het heeft een mooie band. Ik zou blij moeten zijn, maar ik ben het niet.

Het was een mooie avond die we samen doorbrachten, mijn vrienden en ik. We hadden elkaar lang niet gezien. Ik had ze uitgenodigd en ze waren er allemaal. Ik kreeg hun vriendschap en hun warmte. We dronken een glaasje. We genoten van onze verhalen. Ze gaven mij hun aanwezigheid, hun omhelzingen, hun stralende ogen en hun gelukkige gezichten. Maar, voor hun was het niet genoeg. Zij wilden hun geluk onderstrepen en ze gaven mij dit prachtige boek. Ik had hun gezegd: "Geef mij geen dìngen, geef me je aanwezigheid."

Maar het was niet tot hun doorgedrongen. Ook niet dat ik in mijn uitnodiging had geschreven dat ik de andere dag weer op reis ging, dat ik niet meer dan 20 Kg kon meenemen, dat mijn koffer tjòkvol was, dat mijn aanwezigheid niet méér was dan een korte halte in mijn reis. Zulke dingen begrijpen blijvers niet. Dat kùnnen ze niet begrijpen.

Eigenlijk hebben ze mij geen boek kado gegeven; ze hebben mij de nostalgie gegeven om het te willen lezen, de irreële wens om er van te genieten. Ze hebben mij hun onbegrip geschonken, hun ôh zo begrijpelijke onbegrip. Om dat kwetsbare en weerloze gebaar hou in nòg meer van hen. Het was zo ontwapenend eerlijk. Dat was hun wèrkelijke kado. Ik zal het, samen met hun omhelzingen, hun stralende ogen en hun gelukkige gezichten bewaren bij de herinneringen aan mijn negen en zestigste verjaardag.

San Sebastián de La Gomera, maandag 9 november, 1998
(vertaald uit het spaans, zaterdag 29 april 2000)

© 1998, G.H.A. van Eyk voor de spaanse text
© 2000, G.H.A. van Eyk voor de vertaling