Mijn Reisbrief Nº 23
Tevens Nieuwjaarsbrief
San Sebastián de La Gomera, 12 Januari 2008

Beste Vrienden en Vriendinnen,

Het jaar is al lang begonnen, maar de rest daarvan is belangrijk genoeg om jullie alsnog een

Goed en Gelukkig 2008
te wensen. Het tweede belangrijke doel van deze brief is --zoals ik vorige jaren óók schreef-- om te laten merken dat jij èn ik er nog zijn. Ik hoop dat we dat elkaar nog vaak kunnen laten weten van onze wederwaardigheden.

Voor mij was 2007 een goed jaar. Ik werd gezond 78, en dat is op zich een 'streep-aan-de-balk'. Ik zal --wat mijn wederwaardigheden betreft-- bij het einde beginnen, dat weet je metéén waarom ik zo laat ben. Vrijwel de hele maand December lag ik met een pittige griep in bed. In 19 jaar geen griep of kou gehad, dus het brandde diep door. Ik kan er weer tegen voor de komende 20 jaar. Als 'levenslijn' ben ik iedere dag mijn 'stukje' blijven schrijven, meestal het enige wat ik 'deed', zodat nogal was 'achterstalligs' ontstond. Zo ook deze Nieuwjaarsbrief. Ik ben nu al ruim tien dagen 'uit bed', en langzaam keert de 'puf', de 'energie', en de 'werklust' terug. Deze brief is het bewijs.

Dit jaar 2008 begon met het Nieuwjaarsvuurwerk van boven te bekijken, vanaf de heuvelrug waar ik woon. Om af te dalen naar het traditionele 'bubbeltjes' drinken op Plaza de las Americas was nog tevéél gevraagd. Mijn dochter Martine, die hier logeerde, was erbij.

Deze zomer was ik hoofdzakelijk in Cessenon sur Orb, maar maakte met Ghislaine enige 'uitstappen', één naar Istanbul, en een andere naar Valencia. Ghislaine kwam medio Oktober naar Cessenon sur Orb om een bruiloft te vieren. Dat was niet de laatste keer dat ik haar zag, want in November kwam ze nog eens híerheen voor een week.

En ja, we zouden elkaar nóg eens zien; precies vandaag, om samen naar Zuid-Afrika te reizen. Dat hadden we deze zomer beslist, maar gedurende haar November-verblijf besloten we dat af te blazen. Zij heeft zéér pijnlijke schouders. Gelukkig is het voorbijgaand --[laten we het hopen]-- en gaan we volgend jaar. Ik ga nu naar Chili, en ik moet hard werken om mijn achterstand weg te werken vóór mijn vertrek eind van deze maand.

Afgelopen winter en voorjaar was ik in West-Australië, en ik nestelde mij drie maanden in een stadje ongeveer 500km ten Noorden van Perth, Geraldton, en wachtte de gebeurtenissen af. Goethe's uitspraak "Das Leben, wo man's auch packt, überall ist's interessant", werd weer bewezen.

Bij gebrek aan een goede backpacker's huurde ik een kamer in een tehuis voor "ouden-van-dagen-van-de-middelzware soort". Het was confronterend, zoveel leeftijdsgenoten mee te maken die uitgeblust zijn. Gelukkig waren er óók zéér stimulerende voorbeelden. Dat gold ook voor een oude Venlo'se vriend die zijn hele leven in Papua Guinea missionaris is geweest, die ik Melbourne opzocht. Pas sinds kort heeft hij het beschermende milieu van het kloosterleven verlaten om als 'gewone burger' op een compound voor 55-plussers --hij is ongeveer even oud als ik-- een nieuw leven te beginnen: Eigen huisje inrichten, meubeltjes kopen, en 'sociale initiatieven' nemen, met o.a. een kookcursus voor [pas-]alleenstaanden in de compound:

--"Want hoe die soms voor zichzelf zorgen is erbarmelijk!!"

Teruggekomen uit Australië ging ik via NL en Frankrijk want mijn kinderen hadden van hun voorjaarsvakantie een wandelvakantie-voor-de-hele-familie gemaakt in de buurt van Cessenon sur Orb. Met de op één na oudste kleindochter [12 jaar afgelopen zomer, een èchte 'wandeldame'] maakte ik enkele extra wandelingen. Toen ze later in Augustus nog eens bij mij logeerde, maakten we samen 70 kilometer vol. Daarbij óók de traditionele wandeling van 30 km 'over de berg' naar mijn broer in Olargues. Helaas de laatste keer, want Jan wordt 80, en stopt met zijn 'zomers in Olargues'. Jammer.

Tja, dat was weer het buitengebeuren, de reis van het lichaam. De reis van de ziel kent andere wetten en avonturen. Ik lees meer filosofisch werk. Ik heb een toenemende filosofische nieuwsgierigheid. Ik zie het verband niet --of misschien wíl ik het niet zien-- met Essay XVII van Montaigne waarin hij een 'probeersel' wijdt aan de stelling dat de studie van de filosofie een --of zelfs dè-- manier is om te leren sterven.

Eerder denk ik dat genoeg begin te krijgen van mijn 'street observations' van de politiek. Het is allemaal zo ontzettend "schon dagewesen" dat ik eens zélf op zoek ga naar wortels. Ik ben niet de enige. De kloof tussen arm en rijk neemt toe. Keren we terug naar 'normaal'? Naar slavernij? Naar 'geordende' maatschappijen? Naar 'vrede'? Een historicus, die ik dezer dagen las, probeerde duidelijk te maken dat juist maatschappijen met grote verschillen tussen arm en rijk het meest stabiel zijn. Zoals de oude Griekse misschien? Dát was een slavenmaatschappij. Het begint er op te lijken.

Hou me maar in de gaten. Ik ben op zoek, en ik laat weten wat ik ontdek in Mijn Dagboek; iedere dag; óók in 2008.


© 2008 G. H. A. van Eyk, escritor itinerante.
Reageer (eventueel) per e-mail naar "zjraar apestaart van streepje eyk punt net" want ik ben nog maar even op dit adres: Camino al Faro 10 /app 3, 38800 San Sebastián de La Gomera, Canarias, Spanje. Gewone post vind ik pas begin Mei als ik terug ben van mijn winterreis.
Webdagboek: http://www.van-eyk.net/gerard/dagboek of: http://perso.wanadoo.es/ghavaneyk/dagboek