Mijn Reisbrief Nº 19
Tevens Nieuwjaarsbrief
San Sebastián de La Gomera, donderdag 4 december 2003

Beste Vrienden en Vriendinnen,

Ziezo, dit jaar is weer bijna voorbij en we kijken al uit naar het volgende. Het is als een bootje waarmee ik heb gereisd. Nu stap ik over op het volgende. Dat is mijn beeld. Het jaar is niet oud en versleten. Voor mij zou best nog een tijdje meekunnen.

Om de beginnen allemaal een

Goed en Gelukkig 2004!
En nu eens kijken hoe ik ben gevaren in 2003. Wat waren de belangrijkste thema's en gebeurtenissen? Het begon met Martine op-bezoek-bij-haar-vader en samen naar het marktplein van ons stadje waar 'iedereen' in avondkleding verschijnt om naar het vuurwerk te kijken en de gratis champagne van het gemeentebestuur te drinken. Het ziet er naar uit dat 2003 ook zo eindigt. Proost!!
Daarna vertrok ik naar Nieuw-Zeeland voor vier maanden. Het begon met een wervelende introduktie in het gezelligheidsleven van de NLse gemeenschap, toen ik logeerde bij een jeugdvriend die in 1953 emigreerde: De NZse barbeque-traditie aangekleed met Limburgse carnavalsschlagers. Hij had ze allemaal op CD, ook de nieuwste. "Let's keep in touch", zei hij bij het afscheid.
Ik bezocht nog een andere jeugdvriend uit mijn Venlo'se tijd. Hij leeft als ex-missionaris in Melbourne --een klein 'ommetje' vanaf Europa gezien-- in een heel andere wereld. Door het intensieve en langdurige contact met andere culturen had hij een nieuwe kijk op de wereld en op zichzelf. Hij ontving mij met scepsis: Zomaar jeugherinneringen is een zwakke basis, scheen hij te denken. We hadden boeiende gesprekken en beleefden iets van elkaars 'heel andere' leven. Ondanks de verschillen zijn er kennelijk wezenlijke dingen gemeenschappelijk gebleven.

Het grootste gedeelte van mijn tijd heb ik echter besteed om in dat wondermooie --dunbevolkte-- Nieuw Zeeland rond te reizen en iets te proeven van het klein-maar-dapper-cultuurtje en zoveel andere aspecten van dit land. Ik reisde vooral met openbaar vervoer en overnachtte in "backpacker's", een kruising tussen jeugdherberg en motel. Jongeren van de halve wereld, die afkicken van hun formele studie voor ze in de 'kille' stappen, mengen zich met middelbaren en ouderen. Ik reisde veertien dagen in één auto met een Deen, een paar jaar ouder dan ik, die zijn hele leven drogist-fotograaf in een stil Deens stadje was geweest en nu tijd nam voor avontuur en de de andere kant van de wereld. Letterlijk en figuurlijk.
De laatste zes weken logeerde ik bij een schrijver in een dorpje aan de westkust, met de neus op het strand. Ik had hem in een "backpacker's" ontmoet. Hij schreef en ik schreef. Tijdens de maaltijden spraken we elkaar. Ik noemde het 'twee monnikken in een privé klooster'. Als vijfde generatie "Kiwi" kende hij land en ziel als geen ander, maar voelde zich nog steeds 'immigrant'.
Terug in Europa was er weer het normale trekvogelcircuit: Belasting betalen in Spanje, even aanwippen in NL, en de zomer doorbrengen in het dik omhaagde paradijsje in Zuid-Frankrijk met Ghislaine, kinderen en kleinkinderen als gasten. Tot het daar te koud werd. Toen nog een 'vluggertje NL' om mijn 74e te vieren, en nu ben ik weer op mijn stipje in de oceaan. Tot het hier te koud wordt.

Dat waren de zichtbare gebeurtenissen. De high road, zoals de bekende Schotse ballade van de huursoldaat het noemt. Wat was er ondergronds? Wat gebeurde er in de wereld van de geesten, in onze fundamenten? Wat gebeurde op de low road? Argeloos zette ik een jaar geleden een gevoelig thema op de agenda. Mijn twee belangrijkste contacten op dit eiland waren onverwacht 'afwezig'. Daar begon het mee. "EEM" noemde ik het laconiek-badinerend. 'Effectief Eenzaamheids Management', want je hebt òf tevéél òf te weinig mensen om je heen. Dat moet je dus 'managen'. Het confronteerde mij met het fragiele van mijn 'sociale bestaan'. Ik schreef er vaker over. Lezers reageerden, en intensieve briefwisselingen en telefoongesprekken verdiepten het thema in veel 'talen'. Filosofisch, spiritueel, jongens-onder-elkaar-jargon, lijnrecht rationeel, dichterlijk en metaforisch. En natuurlijk ook hilarisch. Het vermengde zich met een ander thema dat ik --eveneens argeloos-- op de agenda had gezet naar aanleiding van onze 'leugencultuur': Wat is realiteit? Is optimisme in feite een 'leugen'?
Terug in NL voor een flitsbezoek, werd het nog eens verdiept in gesprekken met vrienden van heel vroeger. In Mijn Dagboek van 15 november maakte ik een tussenbalans in de vorm van een gesprek tussen twee oude mannen --vrienden van heel vroeger-- dat nooit heeft plaatsgevonden. Alle elementen ervan zijn 'waarheid', 'realiteit'. Het is een fiction-samenvatting van de low road van 2003. Wie niet aan de discussie heeft deelgenomen, zal zich ook herkennen. Eenzaamheid is menselijk, al te menselijk.

En wat verder?
Over een paar dagen ga ik naar Napels om Ghislaine te ontmoeten. Het 'weekje Rome' --het vorig jaar-- is ons uitstekend bevallen als afscheidsfeestje vóór ik aan mijn winterreis begin. Ghislaine raakte uitgekeken op La Gomera. Daarom nu andere steden. Pompeji --and all that-- staat natuurlijk ook op het programma. Ghislaine heeft --als reisvoorbereiding-- de Pompeji-tentoonstelling bezocht die in Brussel wordt gehouden in het kader van Europalia 2003.
De plannen voor de winterreis zijn nog niet definitief. Tot mijn verbazing trekt Zuid-Amerika mij niet meer. Ik heb lang met de gedachten gespeeld om de Kaapverdische Eilanden als winterbestemming te kiezen, maar met mijn Nieuw-Zeelandse ervaring, waarvan de laatste maanden 'eigenlijk' te koud waren, wil ik dat risico niet meer nemen. Ik was er het vorig jaar in November voor een 'testbezoekje'. Dan is de temperatuur OK, maar dan is het hier ook OK. Géén goede oplossing dus.
Op dit moment staan Upington en Perth bovenaan de shortlist. Upington, in het Noorden van Zuid-Afrika, een stadje in de woestijn, stond twee jaar geleden ook op mijn lijstje, maar per saldo ben ik naar Namibië gegaan. Perth ken ik van drie jaar geleden. Het ligt ook tamelijk zuidelijk, maar als het daar op het laatst te koud wordt, kan ik naar het Noorden vluchten. De woestijn in. Dat is het probleem van Nieuw-Zeeland, het noordelijkste puntje ligt op dezelfde hoogte als Perth, of, gespiegeld, als Madrid of Rome.
En zo blijf ik op reis. Over high roads en low roads, zoekend naar wat de goden bedoelden toen ze mij op aarde zetten. Misschien bedoelden ze dit wel, dit reizen, en dat ik mij weer een jaar verder heb ontwikkeld als schrijver.

Dit was de negentiende Reisbrief, een serie die startte als voorloper van Mijn Dagboek, maar inmiddels nog maar één keer per jaar verschijnt als Nieuwjaarsbrief. Om jullie op de hoogte te houden van mijn weg en wederwaardigheden.
Als afleiding: divertimento. Als spiegel: "Wat was jouw weg?"
Als aankleding van mijn nieuwjaarswens: "Maak er wat moois van!"

Gérard van Eyk

PS Houd alvast het weekend van 4-5 September in de gaten. Die Zaterdag of Zondag zal ik mijn 75e vieren. Iets grootschaliger, maar even intiem, als de 74e. Details volgen zodra mogelijk.


© 2003 G.H.A. van Eyk, escritor itinerante.
webdagboek: http;//www.van-eyk.net/gerard/dagboek
en: http;//perso.wanadoo.es/ghavaneyk/dagboek